SV | Als het heir des konings van Babel streed tegen Jeruzalem, en tegen al de overgeblevene steden van Juda, tegen Lachis en tegen Azeka; want deze, [zijnde] vaste steden, waren overgebleven onder de steden van Juda. |
WLC | וְחֵ֣יל מֶֽלֶךְ־בָּבֶ֗ל נִלְחָמִים֙ עַל־יְר֣וּשָׁלִַ֔ם וְעַ֛ל כָּל־עָרֵ֥י יְהוּדָ֖ה הַנֹּֽותָרֹ֑ות אֶל־לָכִישׁ֙ וְאֶל־עֲזֵקָ֔ה כִּ֣י הֵ֗נָּה נִשְׁאֲר֛וּ בְּעָרֵ֥י יְהוּדָ֖ה עָרֵ֥י מִבְצָֽר׃ פ |
Trans. | wəḥêl meleḵə-bāḇel niləḥāmîm ‘al-yərûšālaim wə‘al kāl-‘ārê yəhûḏâ hannwōṯārwōṯ ’el-lāḵîš wə’el-‘ăzēqâ kî hēnnâ nišə’ărû bə‘ārê yəhûḏâ ‘ārê miḇəṣār: |
Als het heir des konings van Babel streed tegen Jeruzalem, en tegen al de overgeblevene steden van Juda, tegen Lachis en tegen Azeka; want deze, [zijnde] vaste steden, waren overgebleven onder de steden van Juda.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Als het heir des konings van Babel streed tegen Jeruzalem, en tegen al de overgeblevene steden van Juda, tegen Lachis en tegen Azeka; want deze, [zijnde] vaste steden, waren overgebleven onder de steden van Juda.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!